Lactaattesten


Alvorens we jouw persoonlijke trainingsschema kunnen opstellen hebben we nood aan een aantal gegevens. Zonder je persoonlijke hartslagzones te kennen kan je onmogelijk gericht en specifiek trainen. Wil je vooruitgang boeken, op welk niveau dan ook, dan moet je je hartslagzones laten bepalen door middel van een lactaattest.

Een lactaattest is een noodzakelijke test om het maximale uit je trainingsarbeid te halen of om onder- en overtraining te vermijden. Je aerobe grens (of vetdrempel) en anaerobe grens (of overslagpols) worden tijdens de test bepaald, alsook je hartslagzones waarin je dient te trainen. Bij Talents Care kan je die test laten uitvoeren bij Kenny Van Cannegem in Smetlede. We maken gebruik van de Cyclus II die compatibel is met alle fietsen en die een testresultaat oplevert dat voldoet aan de voorwaarden van profploegen en Belgian Cycling. Zo goed als altijd testen we volgens een 4 minuten protocol. Dat wil zeggen dat de weerstand om de 4 minuten verhoogd wordt met 40 watt. Na 4 minuten is het lactaat in het bloed voldoende gestabiliseerd om de exacte waarde te bepalen. Wie bij ons voor de trainingsbegeleiding kiest, is niet verplicht om de test bij ons uit te voeren, maar we raden het je wel aan. We kunnen na de test immers al een eerste keer samen de resultaten bekijken en bespreken en een eerste evaluatie uitvoeren. All-in-one zonder tussenstappen zeg maar…

De renner werkt een (sub)maximale inspanningstest af met trapsgewijze stijging van de intensiteit. De eigen fiets wordt op een accurate ergometer (Cyclus II) gemonteerd. Afhankelijk van een aantal factoren, start de test aan een bepaald wattage en stijgt het vermogen per 3, 4 of 8 minuten (voor aanvang van de test wordt dit besproken). Op het einde van elke blok wordt het lactaat gemeten, dit tot wanneer de renner zijn limiet bereikt heeft.

Deze gegevens worden nadien verwerkt waarna vetdrempel, overslagpols en de persoonlijke hartslag/trainingszones worden bepaald. We bundelen de geteste waarden en onze bevindingen tot een mooi geheel en verwoorden dit op zo’n manier dat, zowel renner als ouder, begrijpt waar de atleet staat ten opzichte van leeftijdsgenoten.